Algemeen
Deze retro kamerplant heeft platte, ronde bladeren en doet daardoor denken aan pannenkoekjes of aan muntjes. Oorspronkelijk komt de Pilea uit China, vandaar dat hij ook bekend staat als de ‘Chinese Money Plant’.
Standplaats
De Pannenkoekenplant staat graag op een lichte standplaats, zonder teveel direct zonlicht.
Als de plant te licht of te donker staat, zal je dit snel zien aan de bladeren. De bladeren kunnen geel worden en slap gaan hangen, of zelfs verschrompelen als hij te veel direct zonlicht krijgt. Deze bladeren kun je van de Pilea afhalen. Zo vormt hij uiteindelijk een stammetje en kan hij zijn aandacht richten op de nieuwe blaadjes.
Als de plant weinig nieuwe bladeren aanmaakt, kan dit een teken zijn dat de plant op een te donkere plek staat.
Minimumtemperaturen:
overdag: 14 °C
‘s nachts: 12 °C
Bewateren
Het enige waar hij naar verlangt is een continu licht-vochtige grond. Geef daarom één keer per week een klein beetje water. De plant mag absoluut niet nat staan; zorg voor een goede afwatering.
Controleer regelmatig de grond door een vinger, tot twee knokkels diep, in de grond te stoppen. Is de grond na een dag al droog, geef dan meer water. Is de grond na een week nog heel nat, geef dan minder water.
Het sproeien van de Pannenkoekenplant is niet per se nodig. We adviseren wel om het stof van de bladeren te verwijderen met een vochtig doekje; het werkt ook eens preventief tegen ongedierte.
Grond en voeding
We raden aan de Pannenkoekenplant om de twee jaar in de lente of direct na aanschaf te verpotten. In de lente heeft de plant namelijk meer energie om mogelijk beschadigde wortels te herstellen. Kies altijd een pot die minimaal twintig procent groter is dan de oude pot.
De Pannenkoekenplant hoef je niet per se extra voeding te geven. Als je de plant wel voeding geeft, gebruik dan algemene kamerplantenvoeding. We raden aan dit te doen in het voorjaar en in de zomer. Niet in de herfst en winter voeden omdat de plant dan namelijk in rust is.
Geef de plant nooit teveel voeding omdat dit veel schade kan aanrichten.
Stekken
Het stekken van je Pannenkoekenplantje is hartstikke leuk én makkelijk. Er groeien namelijk zelf kleine kindjes rondom de moederplant. Deze kun je het beste even laten zitten zodat ze iets groter zijn gegroeid. Vervolgens kun je ze voorzichtig lossnijden met een schoon en scherp mesje. Op die manier maak je een schonere wond die gemakkelijker dichtgroeit.
Steek hiervoor het mesje tussen het stekje en de moederplant in de grond. Probeer zo dicht mogelijk bij de stam van de moederplant af te snijden. Op die manier neem je zoveel mogelijk wortel mee, waardoor je stekje straks gemakkelijker zal wortelen. Doe het stekje dan in een glas met water. Ververs het water regelmatig en je zult snel zien dat het stekje worteltjes krijgt. Als het stekje worteltjes heeft, kun je hem in verse grond plaatsen. Verzorg hem gewoon zoals hierboven omschreven et voilá: je nieuwe Pannenkoekenplantje.
Een andere manier om te stekken, is door een stengel met blad in het water te zetten. Op deze groeien er echter minder makkelijk worteltjes dan met een stekje.