Algemeen
De Alocasia komt oorspronkelijk uit de tropen van Azië, voornamelijk India. Deze kamerplant is ook bekend als Taro, Reuzentaro of Olifantsoor (omdat de bladeren in de natuur zo groot kunnen worden als olifantsoren).
Standplaats
De Alocasia staat graag op een plek met veel zonlicht. De Alocasia verlangt minimaal vijf uur direct zonlicht. Plaats de plant daarom zo’n twee meter van een raam op het zuiden of direct voor een raam op het westen of oosten. Een locatie voor een raam op het noorden levert meestal te weinig licht. De Olifantsoor groeit van nature naar de zon toe, draai de plant daarom met enige regelmaat een kwartslag.
Bij een gebrek aan zonlicht krijgen de bladeren lange stengels. Hiermee probeert de kamerplant het zonlicht te bereiken. Worden de bladeren te lang, dan kan een Alocasia het gewicht van de enorme bladeren niet meer dragen en is er een kans dat deze gaan hangen of zelfs breken.
Een Alocasia is constant in ontwikkeling. Met enige regelmaat stoot deze een oud blad af. Enkel voldoende licht zorgt ervoor dat er op tijd een nieuw blad aangroeit.
Deze kamerplanten houden van warmte, maar een standplaats naast de verwarming wordt afgeraden; de lucht is hier namelijk vaak te droog en kan voor spint zorgen.
Minimumtemperatuur:
overdag: 18°C
‘s nachts: 12°C
Bewateren
Alocasia zijn erg gevoelig voor koud water. Daarom raden wij aan altijd lauwwarm water te geven.
Alocasia’s gaan slap hangen wanneer er te weinig water in de cellen aanwezig is. In de stengels is veel water aanwezig wat je al snel merkt wanneer je een stengel doorsnijdt. Daarom houden Alocasia’s ervan als de grond constant licht-vochtig is. Controleer daarom regelmatig met een vinger in de grond of deze nog vochtig is.
In de winter verbruikt deze kamerplant minder water, maar laat de Alocasia niet helemaal uitdrogen. Bij voorkeur niet te grote hoeveelheden water geven per keer geven, anders komen de wortels in een laagje water te staan en dat kan wortelrot veroorzaken. Dit is duidelijk te herkennen aan de geel-bruine randen in het blad. Als de geel-bruine randen alleen op de onderste bladeren zichtbaar zijn, is er nog geen reden om je zorgen te maken. De oudere bladeren van een Alocasia worden op een gegeven moment door de plant afgestoten.
De hoeveelheid water is afhankelijk van verschillende factoren, zoals luchtvochtigheid en hoeveelheid licht, daarom is het verstandig om te beginnen met kleine hoeveelheden water per gietbeurt. Is de grond binnen twee dagen droog, geef dan de volgende keer iets meer water. Is de grond na vijf dagen nog steeds erg nat, geef dan minder water per keer.
Grond en voeding
Omdat de Alocasia constant in ontwikkeling is door nieuwe bladeren aan te maken, verbruikt de plant relatief veel voedingsstoffen. Geef de Alocasia regelmatig vloeibare bio-kamerplantenvoeding van Pokon. Lees hierbij de gebruiksaanwijzing op de verpakking en gebruik nooit te veel omdat dit de plant kan schaden.
Bijvoeden in de winter en herfst periode is minder noodzakelijk omdat de plant in deze periode geen bladeren aanmaakt. Je kan het voeden beter even uitstellen tot de groeiperiode.
Verzorging
Alocasia’s druppelen regelmatig water van het blad. Dit is normaal en niet geheel te voorkomen.
Van nature groeit de Alocasia in een vochtige en warme omgeving. Sproei de binnenplant daarom regelmatig met water, het liefst minimaal 1 keer per week. Tevens neemt de kans op spint af.
Alocasia’s zijn gevoelig voor bladverkleuring. Teveel water kan resulteren in bruin-gele bladranden en bladpunten. Bij te weinig water gaan de bladeren slap hangen en kunnen deze afbreken of kneuzen.
De Alocasia kan last hebben van spint indien de lucht te droog is. Regelmatig sproeien werkt hierbij preventief. Plaats de plant buiten wanneer spint is waargenomen. Wind en vocht zullen de spint snel verdrijven. Dit is alleen mogelijk indien de temperaturen het toelaten. Daarnaast moet de plant buiten in de schaduw staan. Anders zal de overgang van de relatief donkere woonkamer te groot zijn. Verder kan je ook gebruikmaken van diverse soorten biologische bestrijdingsmiddelen.
Giftigheid
Het sap van een Alocasia is irriterend voor huid en slijmvliezen. De wortelstokken worden in Azië gegeten. Hiervoor is het noodzakelijk de wortelstokken eerst te koken. Uit voorzorg raden wij dit af.